Burgos, revisited. En dan op weg.

In de loop van de middag rijdt de trein uit Vitoria-Gasteiz Burgos binnen. Dat klopt niet helemaal. Jaren geleden werd het tracé, dat vroeger de stad in tweeën sneed, verlegd en nu loopt de spoorweg rond Burgos. Dit maakte heel wat nieuwe urbane ontwikkelingen mogelijk. De één al geslaagder dan de andere. Maar de ingreep geeft de stad wel een eigentijds aanzicht en ontsluit de stadsdelen voor de talrijke bezoekers. Het is ook prettig fietsen over de vele fietsstroken en paadjes langs de rivier.
Ik was hier eerder ook al, rond 1996 schat ik.

In het centrum pik ik een salvoconducto op bij de toeristische dienst. Deze vrijgeleide is een soort boekje dat je op de hele Cidroute kan laten afstempelen in bars, winkels, hotels, gemeentehuizen. Het voegt een speels element toe aan de fietstocht: stempeljagen. En tegelijk houdt het mensen misschien op de route en worden ze niet te zeer verleid eens een andere weg in te slaan. Occasioneel krijg je wel eens korting op vertoon van je vrijgeleide.

Vrijgeleide voor de fietser.

Mijn gastheer, die ik via Couchsurfing op het spoor kwam geeft niet thuis als ik me in de late middag naar zijn appartement begeef. Er volgt dan een gedoe met simkaarten en een mobiele router, een vergeefse zoektocht naar WIFI en een woordenwisseling met de conciërge van de compound die tot niets leidt. Uiteindelijk zoek ik mijn toevlucht tot een bar waar ik weer aansluiting vind met het www en te weten komt via Whatsapp dat Juan José op weg is.

En uur en een douche later neemt hij me mee door een paar wijkjes en we slagen er zelfs in om in de kathedraal binnen te glippen. Die is op dit uur normaal gezien gesloten maar omdat er een concert plaatsvindt staat een zijdeur open. Het avondlicht geeft een serene gloed aan het interieur. Er zijn nauwelijks andere bezoekers. We zwerven wat door de stad, het gaat dan al naar elven. Het daagt me terug dat Spanjaarden laat eten ’s avonds. Zeer laat soms. Rond middernacht leg ik mijn vork neer en ben ik blij dat ook Juan José eindelijk beseft dat het bedtijd is.

Burgos is een anomalie in het Spaanse binnenland. Het is welvarend en het heeft toekomst. De stad is mijn echte vertrekpunt van deze fietstrip. Ze ademt geschiedenis en daar komen horden toeristen op af. En pelgrims die die andere Camino doen. Ze stromen ’s ochtends de stad uit in een devote stoet, het barre binnenland in. Ik sla ze gade van in de universiteitsmensa die vroeg opent en oefen mijn Spaans wat met de barman. Studenten en docenten komen iets eten voor ze naar de lessen gaan. Ik besluit dat het ook tijd wordt om de tocht aan te vatten en ga op zoek naar het standbeeld van El Cid. Laat het lege Spanje komen, ik ben er klaar voor.

De stad verlaten verloopt vlot en al snel wordt het verkeer kalm, zelfs schaars. Het is kil en winderig. Wolken komen aanjagen uit het noorden, dat betekent meewind, waardoor ik vrij snel het klooster van San Pedro de Cardeñas bereik. Op deze plaats zou de Cid in de elfde eeuw zijn vrouw en twee dochters hebben ondergebracht voor hij vertrok op veldtocht. Ik ben te ongeduldig voor een lang bezoek en vervolg al snel mijn weg naar het Zuiden. Bestemming is Covarrubias vandaag. De route voert me langs dorpjes die klinken als muziek: Revilla del Campo, Quintanilla de las Viñas, Mercerreyes… De rust is indrukwekkend. Zeker als blijkt dat bevoorraden in een eventuele winkel moeilijk wordt. Bar La Cantinilla -check youtube , check instagram!- heeft gelukkig nog een blik sardientjes voor me (en patatas fritas). Ik eet, als enige gast van het etablissement, op het winderige terras. Poezen komen nieuwsgierig aangewandeld als ze de sardienen ruiken. Twee dorpelingen zitten wachtend op de bakker op een dorpel voor het café. In deze vallei is al lang geen bakker meer, maar wordt de voedselvoorziening per bestelwagen georganiseerd. De bakker voorziet dorp na dorp van brood en probeert zo een acceptabele omzet te draaien. Ik zal nog vaak dorpen passeren waar mobiele winkels passeren. De lokale handelaar is een reiziger geworden.

Sebastian Schutyser fotografeerde deze ermita in een boeiende, gelijknamige reeks.

Na het uitbuiken bezoek ik de miniscule Visigotische kapel op de heuvel naast de dorp. Het is een bijna mystieke ervaring om de planten-, vogel- en wijnrankmotieven uit de 7de eeuw te kunnen zien en aanraken.

This Visigoth shrine dates from the 7th century, and was dedicated to Santa María. The friezes feature vine tendrils, grapes, birds, peacocks, monograms, quadrupeds and other fantasy motifs. Inside the church there is a triumphal horseshoe arch supported on Roman columns, with a bust of Christ and representations of the sun and moon on the keystone. There are angels carved on the capitals. Inside is what is believed to be the earliest representation of Christ in Spain, and a sun and moon which later would probably raise questions of paganism from any sharp-eyed Inquisitor …

Website van Spain is Culture

De wind gaat in mijn nadeel spelen als ik de heuvel oprij na mijn prinsenmaaltijd. Ik ontmoet zowaar een sterveling, die me op het hart drukt dat ik zeker nog eens moet terugkomen. En dat ik dan in haar casa rural moet logeren om het dorpsleven beter te leren kennen. Later vind ik nog deze reportage terug:

De weg vervolgt, langs wildwuivend graan, noordelijk tot aan een soort pas, waar ik de afdaling naar Covarrubias kan inzetten. Dat is een bekoorlijk stadje met een heel eigen geschiedenis die teruggaat tot de Visigotische koning Chindasuinth. Geheel toepasselijk slaap ik in een hotelletje met dezelfde naam. In het stadje wonen niet zoveel mensen meer. Ooit was dat anders leer ik uit een statistiek. Dit is de voorbode van wat ik de volgende dagen zal aantreffen in het Godvergeten Spanje. Het stadje laat zich uitstekend bewandelen in de late middagzon. Ik zoek mijn koninklijke kamer op met een voldaan gevoel, eigen aan de fietser op het eind van een gevulde dag, If happiness is possible it’s on a bike.

Demografische evolutie van Covarrubias.