Zee van pijnbomen

De nacht verliep zoals je mag verwachten in halfverlaten bergdorpen. Geruisloos, op het geblaf van een plichtsbewuste hond na. Mijn ontbijt is karig, en ik nuttig het met wat Sparklehorse. Later ontdek ik dat dit lied ook hartverscheurend werd gecoverd door Daniël Johnston. Ik beeld me in dat een bestelwagen door het dorp rijdt en door schelle luidsprekers het lied klinkt. “You are the most beautiful widow in town” of in het Spaans ,”Eres la viuda más bella del pueblo” Met dit soort dagdromen brengt een eenzame fietser de ochtend door. Hier hangt iets naargeestigs en uitzichtloos. Het is een bemoedigende gedachte dat ik dit dorp kan achterlaten. Er van wegrijden om nooit meer terug te komen. Dat hebben er nog gedaan voor mij. Ook bewoners, gok ik. Om dit vermoeden te onderbouwen voeg ik de bevolkingsstatistiek bij.

Ik kraam op, en pluk mijn nog natte kledij van de waslijn buiten. De nacht was hier duidelijk vochtiger en natter dan ik verwacht had. Klam dorp. De weg voert in eerste instantie langs een wat schraal landschap richting San Leonardo de Yaguë. Gaandeweg wordt de omgeving bosrijker en zijn er mooie vergezichten op het Nationaal Park van Rio Lobos, met zijn”spectacular 25 km long gorge carved out through a limestone plateau and often cited as one of the prettiest landscapes in Spain. It is a 10,000 hectare Natural Park, a Site of Community Interest and a Special Conservation Area for Birds. It is well known for its walking trails, the esoterical Templar chapel of Saint Bartholomew, its caves, bats, and its large resident colony of griffon vultures

Het daagt me dat ik hier al twee keer eerder was, om de gieren te zien, in de zomermaanden. Toen was het druk, vandaag staan er aan het vertrekpunt een drietal auto’s van wandelaars. Ik zoef verder, naar San Leonardo, een klein stadje waar nog twee meubelfabrieken zijn. Vroeger moet dit zowat de hoofdstad van de bosbouw geweest zijn. Na de slachting van Badajoz werd de stadsnaam aangevuld met ‘de Yaguë’, om de beul te eren die burgers en republikeinse verzetslieden in de arena van Badajoz liet executeren.

Het stadje wordt beheerst door een burcht op de helling. Een vrij toegankelijke ruïne die ooit model stond voor militaire forten in de rest van Spanje. Het is een wat gevaarlijke toestand, met putten en afbrokkelende muren. Mooie zichten in de ochtendzon, die nu nog mild schijnt. Beneden ligt het dorp, of is dit een stad? Op het gemeentehuis prijkt een spandoek: Soria, quiere futuro, Deze campagne, die ik de komende dagen nog wel vaker zou aantreffen, wordt ook gesteund door de beweging Soria ¡YA! , die strijdt tegen ontvolking van de provincie. De achterblijvers voelen zich verlaten door de centrale regering in Spanje.
(zie ook een artikel in De Standaard over de naburige provincie Teruel die er al even verlaten bijligt van 13/4/2019) Het gemeentehuis is ten andere gesloten, en heeft vrij beperkte overuren. Idem voor de bibliotheek die ernaast ligt. Het enige wat nog goed lijkt te draaien zijn de 3 supermarktjes die het dorp rijk is. Hier komt de hele streek zich bevoorraden met goedkoop voedsel. Dat dit ten koste gaat van de lokale middenstand laat zich raden. Een vicieuze cirkel wellicht.

In het dorp zoek ik een koffie, en probeer uit te zoeken hoe ik naar mijn bestemming zal fietsen vandaag. De weg die op de kaart staat lijkt toch drukker dan verwacht. Op de fietskaart die maps.me me toont zie ik echter een mysterieus golvende lijn, op de plaats waar mijn landkaart nog een spoorweg suggereert. Zou het? Ja.

Bij het uitrijden van de stad zie ik een oud stationnetje, en iets dat op een inlichtingenbord lijkt. Met wat gedoe geraak ik op de berm en zie hoe er zich een prachtig fietspad voor me uitstrekt dat de bossen, de zee van pijnbomen inloopt. Dit magistrale fietspad wordt in alle talen doodgezwegen in brochures of op websites die de streek moeten promoten. Misschien daarom dat ik de volgende dertig kilometer slechts twee andere camineros zal kruisen. Enige info vond ik later op een site van de overheid. Maar ook daar staat deze camino natural niet op. Een fietser deelde wel zijn ritverslag mét foto’s, zag ik véél later. Misschien is het pas ingehuldigd en volgt de promotie.

Ik rij de zee in. Het geluid van de gravel onder de banden doet denken aan schelpen die vermorzeld worden. Het is een prachtig woud, die zee van pijnbomen. En hoewel weinigen hier ooit geweest zijn, hebben miljoenen mensen al kennis gemaakt met dit landschap omdat er een deel van de filmklassieker Dr. Zhivago is opgenomen. Iemand nam de moeite de scènes die zich hier afspeelden te compileren in een Youtubefilmpje.

Laat op de middag bereik ik weer de beschaving. Abejar is een populaire stop bij truckers die hout en varkens uit de regio weghalen. Er is een wegrestaurant, en een bar. Een werkman blaast met een bladblazer het stof weg van een pleintje. Daarna doodse stilte, een loden zon. Verderrijden. De gravelweg begint te vervelen, al word ik gecharmeerd door de besneeuwde top die in het Noorden boven de bossen uitsteekt. Laat op de middag arriveer ik bij mijn warmshowerhosts voor de nacht, Fernando en Gemma. De eerste uren praat ik met Fernando want Gemma is nog aan het werk. (Wat een onmogelijke uren hebben die Spanjaarden soms, ze zou uiteindelijk om half negen arriveren). Beiden werken in de stad Soria, in het theater. De overheid is hier een belangrijke werkgever. Ze pendelen dagelijks de vijftien héén en vijftien terug met hun auto. Hoewel ze zich ook wat in de steek gelaten voelen door de regering in Madrid lijkt de beschutting van dit onooglijke dorp hen gelukkig te maken en denken ze er voorlopig niet aan te verhuizen. Fernando heeft dit huis eigenhandig gerenoveerd. Hij is, zoals zoveel Spanjaarden, intens verbonden met de plaats waar hij geboren is.