Over zwerven en zoeken.

In haar onvoorspelbaarheid lijkt de pericyclistische reis op de road trip. Met de publicatie van On the Road in 1957 bracht Jean-Louis Lebris de Kerouac, bekend als Jack Kerouac de onrust en levenslust van een groep buitenstaanders van burgerlijk Amerika in beeld. (lees ook deze bespreking) Zij waren gedreven door nieuwsgierigheid en experimenteerdrang en ook door aversie van de middelmatigheid waartoe ze voorbestemd leken. Vol romantische verwachtingen over het vrije leven onderweg, doorkruist het hoofdpersonage -Sal Paradise- de Verenigde Staten. Tijdens de reis heeft hij talloze toevallige ontmoetingen met mensen van allerlei pluimage en experimenteert hij met drugs, vrije liefde. Met zijn reis zoekt hij de grenzen op van de normen, de verwachtingen en de American dream.

Dit idee van zoeken en zwerven, soms als vlucht, soms als queeste, is niet nieuw. Denken we maar aan Odyseus, Don Quichot, de Divina Comedia,… maar het krijgt wel een moderne vorm en beeldtaal die nog veel navolging zou kennen en ook nu nog tot de verbeelding spreekt van de kijker. Met het boek, en zijn reis, zette Kerouac een eigentijdse variant van een oerconcept (de zwerftocht) op de wereld dat we niet los kunnen zien van de maatschappelijke veranderingen die optraden na de tweede wereldoorlog. Op dat moment ontstaat een consumptiemaatschappij waarin alles lijkt te kunnen. Onder die schijnbare vrijheid schuilt echter ook heel wat onbehagen over de onttovering van de wereld en de diepgaande kolonisering van het dagelijks leven door de vrije markt. Maar deze marktmaatschappij brengt ook heel wat materiële vooruitgang, waaronder auto’s. Er zou zich onder andere door Kerouac, een hele cultuur ontwikkelen rond het autonoom zwerven door het uitgestrekte Amerikaanse binnenland,

De Kerouaciaanse road trip is evenveel een manier van ergens zijn (midden in het leven dat zich spontaan aandient), als van ergens niet zijn (de stad en het regelmatige leven). Het is een dynamische, soms koortsachtige manier van reizen. En iets ontvluchten. Het onderweg zijn zelf wordt een belangrijk deel van de reiservaring, veel meer dan bij de klassieke reis waar de afstand naar de bestemming zo snel mogelijk moet worden overbrugd.

Pericyclisme is in dat opzicht een trage variant van de road trip, die doorgaans per auto wordt gemaakt. Het fietsen heeft een aantal voordelen. De reissnelheid daalt drastisch, de belevenis wordt veel lichamelijker en de toevallige interacties kunnen intenser zijn. Hoewel de intensiteit bij Kerouac niet ontbreekt. De fietser houdt veel minder afstand tot het landschap dan de automobilist. Wellicht vervuilt hij het ook minder.

Een meer fundamenteel verschil vormt de mentale oriëntatie van de reis. De onvermijdelijke vluchtigheid van de road trip kan leiden tot oppervlakkigheid en riskeert een gefragmenteerd karakter te geven aan de reis. Het is een vorm van reizen als buitenstaander, zonder veel verantwoordelijkheid. Voor de pericyclist bestaat de kunst erin om aan al die toevalligheid betekenis te geven. Bij Kerouac staat de subjectieve beleving van de reis centraal, die daarmee iets therapeutisch krijgt. De aandacht van de schrijver is sterk gericht op het innerlijke en is heel biografisch.

De Kerouakiaanse roadtrip is vooral een persoonlijke reis, en een zoeken naar zichzelf. De pericyclistische reis is minder subjectief en gericht op het begrijpen van processen in de buitenwereld. Hoewel ook een pericyclistische trip soms een introspectief aspect heeft, richt ze zich vooral op hetgeen ze omzwerft. Maar ook dit is een vorm van zoeken.

Pericyclisme

inductief onderzoek van de periferie door middel van een interactionistische fietsreis.

Pericyclisme is reizen met aandacht.

Peri is een voorzetsel van Oud-Griekse oorsprong dat rondom, omheen betekent. (Een enkeling geeft Peri ook wel eens als naam aan zijn kind. Dan betekent het doler, dwaler.) Het voorvoegsel ademt de sfeer van bedachtzame afstand, geduldige observatie en oriënteert de aandacht tijdens de reis op hetgeen er buiten te zien is. De extroverte instelling maakt van de reis een omzwerving die ons leidt naar wat onze aandacht trekt (buiten ons om). Dit resulteert vaak ook in een zekere omslachtigheid omdat nauwelijks te voorspellen is wat dat zal zijn.

En toch ook weer wel. De tochten waarvan op deze blog verslag wordt gedaan zijn willen vooral de rurale conditie begrijpen van het Europese platteland. De restruimte van het laat-kapitalisme in Europa. En misschien worden ze wel door hetzelfde onbehagen gevoed als de road trip van Kerouac.